Windmolens en zonnevelden

In 2050 willen we in onze gemeente alle energie die we nodig hebben duurzaam opwekken. Daarom zoeken we naar plekken om meer energie op te wekken. Soest stelde hier in 2021, na een participatieproces, een uitnodigingskader voor vast. Alleen maar alle daken volleggen met zonnepanelen is niet genoeg. Windmolens helpen om in alle seizoenen en op alle tijdstippen voldoende duurzame energie te hebben en om netcongestie te verminderen. Daarom onderzoeken we ook drie mogelijke plekken voor windenergie. En we kijken naar het leggen van zonnepanelen langs de A28. Eind 2024 nemen Soest, de buurgemeenten en Defensie een beslissing over waar er windmolens op de Vlasakkers en langs de A28 komen.

Locatie naast de Isselt

Een van de drie plekken voor wind uit het uitnodigingskader is naast bedrijventerrein Isselt in Amersfoort. Met gemeente Amersfoort spraken we af dat we in Soest wachten met volgende stappen tot het moment dat zij hun twee windmolens op de Isselt vergunnen. Naar verwachting gebeurt dit in 2025 (zie de tijdlijn van het project Wind op Isselt).

We kijken mee naar het project van de gemeente Amersfoort. We kijken vooral goed naar wat we kunnen leren van hun participatietraject. Zoals de Omgevingsadviesraad die zij hebben ingesteld en de onafhankelijk begeleiding. Daar zijn ook inwoners van Soest voor uitgenodigd die in de directe omgeving wonen.

Locaties Vlasakkers en langs de A28

De andere twee plekken zijn de Vlasakkers en langs de A28. Samen met onze buurgemeenten, provincie Utrecht, Defensie en Rijkswaterstaat doen we hier onderzoek naar mogelijkheden voor wind- en zonne-energie. Dit samenwerkingsverband heet OER A28 en heeft een eigen website: A28 Amersfoort-Utrecht.

In het voorjaar van 2024 onderzocht een onafhankelijk onderzoeksbureau de effecten van geluid en slagschaduw op de omgeving. Het onderzoek keek naar verschillende maten en aantallen van windturbines op verschillende plekken. Ook onderzocht het bureau de veiligheid en berekende de verwachte energieproductie.

Inwoners in de omgeving hebben aangeven dat er zorgen zijn voor de optelsom van geluid. In aanvullend onderzoek wordt dit onderzocht.

Daarnaast worden de komende maanden onderzoeken gedaan naar de effecten op luchtvaart en natuur. Ook kijkt Defensie of de windturbines passen bij het gebruik van de oefenterreinen. Lees meer over de onderzoeksresultaten.

Als alle onderzoeksresultaten erop wijzen dat het project door kan gaan, sluiten de gemeenten, Provincie, Rijkswaterstaat en Defensie een samenwerkingsovereenkomst. Daarin zeggen alle partijen wat zij belangrijk vinden voor het vervolg van het project. Daarna komen er nog meer vervolgonderzoeken. Die gaan nog dieper in op natuur en hoe de opwek past binnen het huidige gebruik van de oefenterreinen en de snelweg. Daarnaast maken we een plan voor het betrekken van de omgeving.

Onderzoek provincie naar plekken voor wind

De provincie onderzocht 99 mogelijke locaties voor de opwek van windenergie. Daar zijn 27 kansrijke locaties uitgekomen, waaronder het gebied Vlasakkers en A28. Dit is belangrijk omdat de provincie mag besluiten waar windprojecten komen.

Ook vindt de provincie het belangrijk dat de gemeenten zich houden aan de afspraak uit de RES (Regionale Energie Strategie). Soest doet mee aan de RES van de Regio Amersfoort. Daarin spraken wij af om samen 0,5 terrawattuur (TWh) aan duurzame elektriciteit op te wekken. De zoeklocaties zijn ook in de RES vastgelegd. Lees meer over de RES.

Veelgestelde vragen

Het is nog niet zeker dat er windmolens komen. Op dit moment zit het project in de onderzoeksfase. Dat betekent dat Rijkswaterstaat uitzoekt of we windturbines kunnen plaatsen langs de A28 op de Leusderheide, en op de Vlasakkers. 

De onderzoeken gaan over geluid, slagschaduw, ecologie en luchtvaart. Ook wordt onderzocht of de turbines passen bij de uitbreidingsplannen van Defensie. De eerste onderzoeksresultaten zijn in mei gepubliceerd. Deze lieten zien dat voor beide plekken opstellingen mogelijk zijn die aan de normen voor geluid en schaduw voldoen. In het najaar volgen de uitkomsten over ecologie, luchtvaart en Defensie. In december besluit de stuurgroep van het project op basis van deze uitkomsten, of het project haalbaar is.  

De locaties voor Soest stelde de gemeenteraad in 2021 vast. Naast Soesterberg is er ook een locatie ten noorden van de Birkstraat, naast bedrijventerrein de Isselt. Of er daar windmolens kunnen komen is afhankelijk van gemeente Amersfoort. Die is bezig om op de Isselt windturbines te plaatsen. Als dat lukt, kijkt Soest of er daar twee turbines bij kunnen komen. 

De Provincie heeft ook een onderzoek gedaan naar plekken voor windmolens. Veel plekken kunnen niet door te korte afstand tot woningen, beschermd natuurgebied, leidingen in de grond, etc. Van de hele provincie is een kaart opgesteld waarop de harde belemmeringen staan. En waar de gebieden te zien zijn die mogelijk kansrijk zijn voor de opwek van windenergie. De Vlasakkers en langs de A28 wees de Provincie aan als kansrijk, op basis van hun onderzoek. 

De Provincie berekende dat er vier turbines mogelijk zijn op de Vlasakkers (grondgebied Amersfoort en Soest) en zes op de Leusderheide (grondgebied Amersfoort, Soest en Leusden). In het Uitnodigingskader dat de gemeente Soest in 2021 opstelde, gingen we uit van 4 op Vlasakkers en 1 langs de A28 op Soester grondgebied.

De precieze aantallen, hoogtes, locaties en opstelling van de turbines worden nu onderzocht. De gemeentegrens is daarbij geen factor. De afstandsnormen voor geluid en slagschaduw, de plannen van Defensie, ecologie en het radaronderzoek van de luchtverkeersleiding bepalen waar hoeveel windmolens mogelijk zijn.

Als Soest kunnen we niet meer bepalen dat we geen windmolens willen. De gemeenteraad van Soest heeft al besloten dat we dat wel willen. Dat deed ze door in 2021 akkoord te geven op het Lokale Uitnodigingskader en op de Regionale Energiestrategie (RES). 

In beide besluiten zijn zoekgebieden op Soester grondgebied aangewezen. De afspraak is dat we in deze gebieden onderzoeken of grootschalige opwek van duurzame energie mogelijk is. Soest heeft zich daarmee verbonden aan de gebieden én aan de ambitie om een bepaalde hoeveelheid duurzame energie op te wekken in onze regio. 

Tegelijkertijd werkt de Provincie ook aan het verlagen van de CO2-uitstoot en het verhogen van de opwek van duurzame energie. In de elektriciteitswet is geregeld dat voor windprojecten tussen 5 en 100 MW de Provincie uiteindelijk besluit waar turbines komen en waar niet. De provincie wil dat graag in samenspraak met gemeenten doen. Als er in de hele provincie te weinig windmolens komen kan de Provincie gebruikmaken van haar bevoegdheid om zelf te beslissen. 

Soest zit samen met de gemeenten Amersfoort en Leusden, Defensie, en Rijkswaterstaat (de grondeigenaren) en de Provincie (bevoegd gezag) in de stuurgroep van het project OER A28 .

Deze groep besluit in december of we op basis van de uitkomsten van de onderzoeken (verder kunnen met het project en hoe het vervolg er uit ziet. Dit betekent dat ons college van burgemeester en wethouders in de stuurgroep invloed kan uitoefenen op bijv. participatie, lokaal eigendom, zeggenschap en inpassing. 

In de onderzoeksfase is met belangengroepen, grondeigenaren, bedrijven en bewonersgroepen gesproken over de onderzoeksvraag. Naar aanleiding daarvan is op de onderzoeksvraag uitgebreid. Zoals het onderzoek naar geluid. 

Als de bestuurders eind 2024 besluiten om verder te gaan met dit project, dan wordt er ook voor de volgende fase een aanpak gemaakt voor het gesprek met omwonenden. Dat gesprek gaat over de voorwaarden (bijv. lokaal eigendom en zeggenschap) en de inpassing. Het gesprek gaat niet over óf de windmolens er komen. De keuze voor het onderzoeksgebied is al in 2021 gemaakt door de gemeenteraden.

Als gemeente streven we naar 100% lokaal eigendom. Dat zorgt voor zeggenschap en financieel voordeel voor omwonenden en belanghebbenden. Als 100% financieel niet mogelijk is, maken we met een toekomstig ontwikkelaar afspraken over hoe zij aan zeggenschap vormgeven. Dat gaat dan bijvoorbeeld over een percentage van de winst in een omgevingsfonds. Of afspraken over stilstand bij lage zon of bij vogeltrek. Meestal wordt gewerkt volgens het principe dat hoe dichter iemand bij de turbine woont, hoe meer zeggenschap die persoon heeft. De precieze invulling van het lokaal eigendom wordt in een volgende fase samen met de omgeving uitgewerkt.   

Zonnepanelen leveren overdag in de zomer veel energie. Dat noemen we piekmomenten. Die piekmomenten veroorzaken problemen op het stroomnetwerk. Windmolens wekken meestal stroom op als de zon niet schijnt. Daarom helpt windenergie om in alle seizoenen en op alle tijdstippen voldoende duurzame energie te hebben. Zonder dat het elektriciteitsnet overbelast raakt. 

De provincie Utrecht heeft veel last van de overbelasting. Bedrijven kunnen niet meer uitbreiden of het terugleveren van zonne-energie wordt uitgezet. Ook helpt windenergie om duurzame energie betaalbaar te houden. Windenergie is per kilowattuur (kWh) goedkoper dan zonne-energie. En windturbines nemen netto minder ruimte in beslag dan zonnevelden.

De rijksoverheid stelde conceptnormen op met als doel de gezondheid van mens en dier te bewaken. Die normen gaan over afstand van windturbines tot woningen in het kader van geluid en slagschaduw. De conceptnormen gaan uit van 2 keer de zogeheten tiphoogte (de wiek in de hoogste stand). Dat betekent bij een tiphoogte van 200 meter dat de afstand tot woningen 400 meter moet zijn. 

Burgers, gemeenten en provincies konden reageren op die conceptnormen. De rijksoverheid verwerkt die reacties. Daarna worden definitieve normen in de wet vastgelegd. Op dit moment rekenen we met de conceptnormen. De provincie beoordeelt de vergunningsaanvraag straks volgens de definitieve normen.

De overheid heeft een zorgplicht. Hiervoor volgen wij milieunormen en de adviezen van het RIVM en de GGD. Samen vormen zij het Expertisepunt Windenergie en gezondheid. Hun doel is om onafhankelijk de beschikbare kennis over mogelijke gezondheidseffecten van windturbines bij te houden en te duiden. 

De GGD gebruikt deze kennis om gemeenten en provincies te informeren en te adviseren over windturbines en gezondheid. Onderzoek naar gezondheidseffecten van windturbines blijft in ontwikkeling. Er wordt uitgebreid en zorgvuldig onderzoek naar gedaan door wetenschappers en onderzoeksinstituten wereldwijd. Het RIVM volgt dit op de voet.   

Bisfenol A (ook wel BPA genoemd) zit in veel producten. Zoals bouwmaterialen (verf en coatings van leidingen), elektronica, verpakkingsmateriaal van voedsel, harde plastic flessen, speelgoed en medische hulpmiddelen. BPA kan uit producten loskomen. 

Bij toegestane producten met BPA, liggen de hoeveelheden BPA waaraan je dan wordt blootgesteld onder de wettelijk gestelde grenzen. Het gebruik van deze producten is dan niet schadelijk voor je gezondheid. 

Er is nog veel onduidelijk over hoeveel BPA er vanuit de coatings van windturbines vrijkomt. Het doen van onderzoek is lastig. Omdat BPA in zoveel producten zit kun je niet aantonen wat de bron is als je BPA vindt in bijvoorbeeld oppervlaktewater of de bodem. Het RIVM heeft een eerste onderzoek gedaan naar Bisfenol A en windturbines.

Op dit moment wordt er uitgebreid ecologisch onderzoek gedaan. Op basis daarvan bepalen we wat er nodig is aan maatregelen voor bijvoorbeeld het beschermen van vogels. Als gemeente vragen we de Provincie om de natuur die overlast heeft zo goed mogelijk te compenseren. Met het stilzetten van windturbines op momenten dat bepaalde vogelsoorten overvliegen kunnen we veel schade voorkomen.