Toetsingskader voor tijdelijke woningen en asielopvang

Het toetsingskader is gebaseerd op bestaand beleid, kaders en eerder door het college vastgestelde toetsingskaders. De Integrale Visie Sociaal Domein 2024-2028, de Omgevingsvisie, de prestatieafspraken met corporaties van 2024 tot en met 2026, het Masterplan Wonen, de Regiodeal Amersfoort en de Utrechtse Aanpak met betrekking tot de asielketen zijn hier relevant.

Algemene toetsingskader

Toekomstgericht

  • De gemeente Soest handelt toekomstgericht aan de opvang- en woonvraagstukken voor alle in deze notitie genoemde doelgroepen. Dat betekent dat Soest op een proactieve, realistische wijze werkt aan de uitdagingen die het woningtekort en migratie met zich meebrengen.
  • Het college zorgt voor een passende verdeling van de tijdelijke woningen onder diverse doelgroepen (starters, spoedzoekers, statushouders, vluchtelingen uit Oekraïne). Met passend bedoelen we dat we ernaar streven om met de tijdelijke woningen onze wettelijke taakstellingen in te vullen en tegelijk de mogelijkheden benutten om ook starters en spoedzoekers versneld meer woningen aan te bieden. 

Omgevingsvisie 

We sluiten aan op het toetsingskader in de Omgevingsvisie (woonomgeving, waardevol groen, klimaat robuust). 

Permanente bouw niet vertragen 

We gebruiken locaties waar in de toekomst permanente woningbouw kan komen. De realisatie van tijdelijke bouw mag permanente bouw niet vertragen. 

Gemengde wijken 

We streven naar gemengde wijken, waarbij we oog hebben voor leefbaarheid en draagkracht van de wijken. 

Maatschappelijke inbedding 

Het college erkent het cruciale belang van maatschappelijke inbedding.

Dat betekent dat: 

  • We kiezen voor kleinschalige locaties in wijken om de integratie te bevorderen.
  • Beleid zoveel als mogelijk in lijn is met de wensen en voorkeuren van mensen in de ontvangende samenleving.
  • Beleid gericht is op wederkerige relaties tussen de huidige inwoners en maatschappelijke organisaties enerzijds en nieuwkomers anderzijds. 

Inclusie 

De gemeente Soest is een inclusieve samenleving waar iedereen kan meedoen en niemand wordt gediscrimineerd.

We willen dat: 

  • Minderheden zich veilig voelen in onze gemeente.
  • Kwetsbare inwoners meedoen in onze samenleving.
  • Inwoners met verschillende achtergronden verbinding met elkaar zoeken. 

Tijdpad 

De tijdelijke woningen en opvanglocaties worden in het voorjaar van 2025 opgeleverd in verband met het aflopen van de contracten met de noodopvanglocaties. 

Toetsingskader voor de opvang van vluchtelingen en asielzoekers (de Utrechtse Aanpak) 

De Utrechtse Aanpak is tot stand gekomen in samenwerking met de provincie en 26 gemeentes. De aanpak gaat uit van een solidaire verdeling van de opvang van asielzoekers tussen gemeenten naar rato van het aantal inwoners. 

De samenwerking berust op de volgende zes pijlers: 

  1. Maat en schaal opvangvoorziening passend bij draagkracht: Een opvangvoorziening met maat en schaal die aansluit bij de draagkracht in de buurt/wijk, kern, stad of intergemeentelijke samenwerking. Dit schept betere voorwaarden voor een succesvolle ‘landing’, ook in de zin van een goede maatschappelijke inbedding van de opvangvoorziening. Zeker in Utrecht, met relatief  korte afstanden tussen kernen, is er de mogelijkheid van het werken met ‘satellietlocaties’ die voor (een deel van) de voorzieningen aangewezen zijn op een naburige ‘moederlocatie’.
  2. Gemengde woonvormen: Indien het op locatie mogelijk is realiseren we gecombineerde woonvormen van opvang en (tijdelijke) huisvesting. Hierbij wonen verschillende doelgroepen (asielzoekers, statushouders, spoedzoekers, studenten, jongeren, starters, etc.) samen. Het draagt bij aan integratie, woonkwaliteit, community-vorming en (lokaal) draagvlak. Dit is goed voor nieuwkomers en bestaande bewoners. 
  3. Inbedden van maatschappelijke functies: Maatschappelijke functies opnemen in de opvang zelf of in de directe omgeving (of omgekeerd het situeren van opvang in de nabijheid van bestaande maatschappelijke functies) biedt meerwaarde voor zowel de mensen in de opvang als voor inwoners uit de omgeving. Hierbij wordt ook gekeken naar behoeftes over de gemeentegrenzen heen. Te denken valt aan een kinderspeelplaats, gemeenschapsruimte of buurthuisfunctie,ruimte voor scholing/training/opleiding, steunpunt toeleiding naar (vrijwilligers)werk, maar ook aan mogelijkheden voor (buurt)bewoners voor het opzetten van kleine bedrijfjes zoals een koffiepunt/catering, een kapperszaak of fietsenmaker. 
  4. Stabiel leef- en leerklimaat voor kinderen: Kinderen moeten zo min mogelijk veranderen van locatie en school. Bij de keuze voor een locatie houden we rekening met onderwijs en zorg voor kinderen in de asielopvang. Dit geldt in het bijzonder voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv). 
  5. Regionale doorstroming: Utrecht hanteert het principe “kom je in Utrecht, dan blijf je in Utrecht”. Een asielzoeker, indien succesvol in de asielprocedure, stroomt als statushouder uit in de regio. Ook dit draagt bij aan integratie en inburgering, kansen op opleiding, opbouwen van netwerk, en mogelijkheden tot werk – zeker in combinatie met de pilot arbeidsgerichte asielprocedure. Ook stimuleert dit gemeenten om gezamenlijk afspraken te maken over bijvoorbeeld (voor-) inburgering, wanneer zij weten dat mensen uit een naburig AZC straks als statushouder in hun gemeente komen te wonen. 
  6. Intergemeentelijke samenwerking: Op steeds meer onderdelen komt regionale samenwerking van de grond en komen intergemeentelijke afspraken tot stand. Gemeenten werken samen op het gebied van werk, onderwijs en zorg om meer en betere voorzieningen te realiseren. Er vindt structureel overleg plaats tussen gemeenten om de huisvesting van statushouders te matchen met de beschikbare woningen.