Participatieplan

Wanneer uw idee redelijk of veel invloed heeft op de omgeving, is participatie belangrijker. In dat geval helpt het om een participatieplan op te stellen. Dat is een plan waarin u beschrijft hoe u de participatie wilt gaan doen. Denk daarbij aan de volgende onderdelen. 

Deze onderdelen passen in een participatieplan

  1. Aanleiding en doel: Maak duidelijk wat u wilt gaan doen en waarom. Zijn er gesprekken geweest met inwoners over dit plan, of deze plek? 
  2. Impact op omgeving en participatieniveau: Doe hiervoor de snelscan participatie. Voeg de resultaten als bijlage toe aan uw participatieplan. 
  3. Onderwerp: Waarover wilt u meningen, wensen of ideeën ophalen? Wat ligt er al vast, bijvoorbeeld door regelgeving of budget? Waar is nog volop ruimte voor inbreng? 
  4. Betrokkenen: Voor wie is het plan van belang? Denk aan omwonenden, toekomstige gebruikers, belangenorganisaties. Gebruik onze omgevingsanalyse om die in beeld te brengen. 
  5. Rollen en verantwoordelijkheden: Bijvoorbeeld: meebeslissen, meewerken, meedenken, meeweten. 
  6. De planning: Maakt een tijdspad de belangrijkste momenten in het project. Wanneer wilt u anderen betrekken? Bedenk dat tijdens de planfase, uitvoeringsfase en evaluatie  participatie belangrijk is.  
  7. Vorm en middelen: Kiest u voor bijvoorbeeld een brief, enquête of bewonersbijeenkomst.  Hoe pakt u dit aan? 
  8. Communicatie: Zorg ervoor dat u bekend bent bij de juiste groep mensen en organisaties. Welke kanalen zet u in om mensen te betrekken? 
  9. Resultaten: Geef aan wie er is betrokken, hoe ze zijn betrokken en wat u met de resultaten gedaan hebt (wel of niet meegenomen in uw plan, en waarom?).   
  10. Terugkoppeling: Koppel resultaten ook terug aan participanten. Aanvullend kunt u met hen het participatietraject evalueren.